Kandy-Nuwara Eliya

15 augustus 2018

Vandaag op tijd vertrekken, want we moeten op tijd zijn voor de trein. De hele dag staat eigenlijk in het teken van de trein. Terwijl we ook nog wel andere dingen gaan doen.

Het duurt erg lang om de stad uit te komen, dit heeft waarschijnlijk te maken met het feest van de tand. (Boeddha). Het staat helemaal vast. Ik denk dat het zeker wel een half uur geduurd heeft.

Maar dan kunnen we lekker door rijden. We gaan de bergen in, op weg naar de theeplantages.  Dit gebied wordt ok wel Little England genoemd vanwege het klimaat. We gaan uiteindelijk naar 1892 meter hoogte.

We stoppen voor een kopje thee en een mooi uitzicht over de theeplantages, maar daarvoor vertelt onze gids nog een verhaaltje over de thee. Er was namelijk in den beginne helemaal geen thee te vinden in Sri Lanka. Er waren koffieplantages. Maar door een ziekte  in de koffieplant, zijn ze overgestapt op de thee. Hij vertelt dat er maar in drie landen ter wereld theeplantages te vinden zizjn. Dit zijn China, India en Ceylon(dat pas in 1972 Sri Lanka werd). Dan vertelt hij nog hoe thee is ontstaan. Het lijkt wel een sprookje. Ik vraag me dan ook af of het werkelijk zo is gegaan, maar goed wel een leuk verhaal. Het gaat zo: Een koning ging elke morgen water koken om te drinken. Hij dronk dus alleen gekookt water omdat dat gezond zal zijn. Dan op een dag, “kwam er een grote wind gewaaid”(woorden van de gids) en er kwamen drie blaadjes in het gekookte water. De koning had hier van gedronken en werd er erg relaxed en wakker van. Hij vond het zo lekker dat hij het altijd ging gebruiken. Leuk verhaal! Met name ook, de manier waarop het verteld werd. 

De theeplantages in Sri Lanka zijn begonnen met 75 planten, die ingevoerd zijn door iemand.  En nu werken er duizenden mensen in de plantages en in de fabrieken. Vrouwen op het land om de blaadjes te plukken en mannen in de fabrieken voor het zwarder werk. Ze plukken 18 a 20 kg per dag/per persoon. De drie jonge blaadjes worden geplukt.

Dan komen we aan bij een soort van theehuis. Hier kunnen we een kopje thee kopen, althans hij word gewoon ingeschonken. Het is BOP thee.

We gaan verder langs de theeplantages, maar het is bar slecht weer. Van het uitzicht genieten is er niet bij . De bewolking hangt erg laag. En er valt regelmatig de nodige regen uit. Dan stoppen we nog bij een theefabriek. Hier worden we rondgeleid door een dame. Maar eerst willen we natuurlijk allemaal wat foto’s maken. De  dame wordt wat ongeduldig en na een tijdje drammen dat we bij haar moeten komen, steekt ze van wal. Dat er drie blaadjes geplukt worden. 1 voor witte thee, 1 voor zwarte thee en 1 voor silver thee. Dan gaat ze verder de fabriek in, waar de blaadjes worden gedroogd en gebroken. Vooral de mannen hebben meer interesse in de machines, dan in het verhaal van de dame, dus weer moet ze haar best doen om iedereen  bij haar te krijgen. Zo gaat dat nog een aantal keren.  Binnen 20 a 25 minuten staan we weer buiten. Er staat volgens mij ook alweer een nieuwe groep achter ons. De vrouw ratelde aardig haar verhaal af. Leuk om een keer te zien. Dan mogen we natuurlijk nog even in de winkel kijken om nog wat thee te kopen.  Volgens mij heeft bijna iedereen wel wat gekocht in deze winkel.

In de bus terug vervolgen we onze weg verder omhoog. Het regent nog steeds en de ramen in de bus beginnen zelfs te beslaan. Het is erg jammer, want we hebben prachtige uitzichten, denk ik. Bij het lunchadres aangekomen, moeten we eerst een steil pad naar beneden. En dan nog vier verdiepingen omlaag. Er wordt ons verzocht om niet van de kaart te gaan eten omdat dat te lang duurt, we moeten immers de trein halen. We lunchen op een prachtige locatie bij de Ramoda  waterval. Dit ziet er prachtig uit. Na de lunch worden we met een busje naar boven gebracht. Je zal bijna smetvrees krijgen, zo vies is dat busje.

Dan stappen we weer in de grote bus om naar de trein te gaan. We konden kiezen, om 6,5 uur met de trein te gaan of 2,5 uur. De hele bus vond 2,5 uur wel lang zat. We worden afgezet op het station in Nanu-Oya.  Daar moeten we nog bijna een uur wachten voordat de trein komt. De temperatuur is ook gezakt, we zitten namelijk op zo’n 1600 meter hoogte. De meeste mensen hebben het koud, terwijl het toch nog 18/19 graden is. Maar ja vergeleken met Kandy, waar we net vandaan komen en 34 graden was. De gidsen hebben kaartjes geregeld, voor tweede klas,90 roepies(50 cent). Maar er zit een dikke kans in dat de trein zo vol is, dat we moeten staan. En ja hoor, we moeten staan. Nou goed, we waren voorbereid. De groep heeft er op zich wel lol in. Als de gids verteld dat we in bandarawela uit moeten stappen, wordt er al snel een liedje van gemaakt.  Liedjes als: van voor, naar achter, van links naar rechts en een potje met vet. En daar boven op de bergen worden luidkeels gezongen. De locals hun oren moeten wel klapperen. Maar het is best gezellig. Dan gaat het meisje van onze groep nog even zingen met twee backpackers, die een ukelele bij zich hebben. Gezellig hoor en de tijd vliegt voorbij. De uitzichten worden ook steeds mooier. De trein steeds leger en het grotendeel van onze groep kan toch ook nog even zitten. Wij staan bij een raampje en kunnen daardoor mooi naar buiten kijken en wat frisse lucht op snuiven.  Uiteindelijk komen we in Bandarawela, waar we nog even 5 minuten met de bus naar het hotel moeten rijden. Een prachtig oud hotel, waar we ontvangen worden in een soort bruin cafe (dit stadjes is namelijk uit de engelse tijd afkomstig. Het hotel is gebouwd in 1893) We komen op onze kamer en we gaan ook even terug in de tijd. Niets moderns is er te vinden. Een wastafel met twee kranen, waar je zelf nog moet mengen. Een bad op pootjes, een soort van kabinet. Ik vind het prachtig.

1 Reactie

  1. Karin:
    16 augustus 2018
    Prachtig weer. Net of ik met jullie mee reis.